Johannes de doper

Johannes de doper, we kennen hem als de man die Jezus doopte. ‘de Doper’ is trouwens niet zijn achternaam. Hij kreeg die naam van het volk, omdat hij vele mensen doopte. In de Bijbel vind je niet veel informatie over Johannes, pas op het moment dat hij gaat dopen, wordt zijn naam genoemd. Zijn uiterlijk wordt wel in het evangelie van Lucas beschreven: Johannes droeg een lange mantel van kameelhaar, met een grote leren riem daaromheen.  Verder leefde hij in de woestijn, at hij vooral honing en (voor een crunchy touch) sprinkhanen.

Johannes verkondigde dat God binnenkort naar de aarde zou komen. Hij wilde de mensen voorbereiden. Als hij doopte zei hij dan ook vaak: ik doop jullie met water, maar na mij komt er iemand die jullie zal dopen met vuur en de Heilige Geest. Ik ben het zelfs niet waard om de riempjes van zijn sandalen los te maken.

Toch was het Jezus zelf die naar Johannes ging, en vroeg hem te dopen. Johannes spartelde een beetje tegen want, zou het eigenlijk niet andersom moeten? Toch zei Jezus dat ook hij een nieuw begin wilde maken. Toen deed Johannes wat Jezus hem vroeg, en doopte hem. Toen Jezus weer opstond uit het watergraf, kwam er een duif uit de hemel, en Gods stem die zei: “Dit is mijn geliefde Zoon, in wie ik vreugde vind.”