De Bijbel over het geven van namen

Het was na de schepping de eerste taak van de mens om elk diersoort een naam te geven (Genesis 2:19-20). Een naam geeft betekenis, het helpt ons te weten wat iets is. Zo geven we elkaar ook namen.

Iemands naam zegt veel over wie hij is, wat hij heeft gedaan of wat we van de persoon verwachten. Vroeger was dit nog sterker dan nu.

Naam = karaktereigenschap
Zoals wij iemand een bijnaam (of scheldnaam) geven vanwege een bepaalde actie of karaktertrek, werd in de tijd van de Bijbel een naam voor iemand gekozen die de kern van wie hij was uitdrukte. Het beschreef zegmaar zijn identiteit. Het was een soort getuigenis over wie iemand was. Iemands naam hing vaak samen met een bijzondere gebeurtenis rond zijn geboorte of zijn karakter. Bijvoorbeeld:

  • Eva = ‘degene die leven geeft’ (Genesis 3:20)
  • Seth = ‘vervanging, schadeloosstelling (Genesis 4:25)
  • Noach = ‘rust, troost’ (Genesis 5:29
  • Ismaël = ‘God verhoort’ (Genesis 16:11)
  • Jakob en Esau = ‘bedrieger’ en ‘de harige’ (Genesis 25:25)

Tijd voor een nieuwe naam
Soms veranderde iemands naam na een ontmoeting met God, omdat dan ook zijn hele leven veranderde. Bijvoorbeeld:

  • Abram (‘vader is hoog’) wordt Abraham (‘vader van vele volken’)
  • Jakob (‘bedrieger’) wordt Israël (‘Hij die strijdt met God’)
  • Simon (‘verhoring’) wordt Petrus (‘rots’)

Welke namen heeft God en wat zegt dat over zijn karakter?

God heeft veel namen. Elke naam leert ons iets over Gods karakter. We leren Hem daardoor dus kennen. Bijvoorbeeld bij Mozes. Hij moet naar de Farao en weet dat hij hem zal vragen wie hem gestuurd heeft. Hij moet dus God´s naam weten, anders neemt de Farao hem niet serieus. God vertelt daarom wie Hij is. Hij zegt namelijk: “Ik ben er en ik zal er zijn”. Dat laat dus heel duidelijk iets zien over wie God is. Je mag daarom weten dat God overal is. En altijd bij je is. Gisteren, vandaag en de komende jaren.

Naam = eigenschap van God
Elke naam van God zegt iets over zijn karakter. Een selectie van een aantal namen en dus eigenschappen van God:

  • Jah = God die redt (Psalm 68:5c)
  • Jahwe Jireh = De HEER (voor)ziet (Gen. 22:14)
  • Jahwe Jilachem = De HEER zal voor u strijden (Exodus 14:14)
  • Jahwe Rophecha = Ik, de HEER, ben het die jullie geneest (Exodus 15:26)
  • Jahwe Nissi = De HEER is mijn banier (Exodus 17:15)
  • Jahwe Mekaddishkem = Ik, de HEER, heb jullie geheiligd (Exodus 31:13)
  • Jahwe Shalom = De HEER geeft rust (Rechters 6:24)
  • Jahwe Raah = De HEER is mijn herder (Psalm 23:1)
  • Jahwe Zidkenu = De HEER is onze gerechtigheid (Jeremia 23:1-6)
  • Jahwe Shammah = De HEER is daar (Ezechiël 48:35)
  • Jahwe Zebaoth = De HEER van de hemelse machten (1 Samuël 17:45)
  • Jahwe Melech = De HEER is koning (of de HEER regeert) (Psalm 2, 47 en 110)
  • El Shaddai = God, de Almachtige (Genesis 17:1)
  • El Eljon = Opstijgen, opgaan (Genesis 14:18-20)
  • El Olam = de eeuwige God (Genesis 21:33)
  • Immanuël = God met ons (Jesaja 7:14)

Wist je trouwens dat de naam van God (“ik ben er”) ongeveer 7000 keer in de Bijbel voorkomt? Het is de meest gebruikte naam voor God. En dat is uniek als je het vergelijkt met alle andere godsdiensten en namen van goden. Wij mogen weten dat God de allermachtigste is. Degene die altijd heeft bestaan. En vooral: degene die altijd overal is geweest, nu is en in de toekomst zal zijn.